Second opinion: doen?

Een overdenken waard.

Bron: tijdschrift medisch Dossier 27-03-2025. Door: Toine de Graaf . Bij grote aankopen, zoals een nieuwe wasmachine, vergelijken we vaak opties. Bij gezondheidsproblemen nemen we soms genoegen met het eerste behandelaanbod. Toch kan een second opinion ofwel ‘tweede mening’ van grote waarde zijn bij twijfel over een diagnose of behandeling én je blik verruimen.

Tijdenlang hadden artsen het monopolie op medische informatie. Mensen lieten het managen van hun gezondheid vrijwel volledig aan hen over. De komst van internet heeft echter alles veranderd. Artsen worden niet per se blij van mensen die met computeruitdraaien de spreekkamer binnenwandelen. Maar het is een ontwikkeling ten goede, omdat het de patiënt kansen biedt om haar of zijn gezondheid in eigen hand te nemen, met de dokter als klankbord.

Een goede voorbereiding is daarbij het halve werk, vooral wanneer sprake is van een serieus symptoom of gezondheidsprobleem. Ga daarom bij beslissingen rond ziekte en gezondheid op zoek naar documentatie, bijvoorbeeld op de website van een patiëntenvereniging. En neem bij belangrijke gesprekken een naaste mee: twee weten méér dan een en het helpt om achteraf alles op een rijtje te zetten. Daarnaast is een second opinion te overwegen: je vraagt dan een andere zorgverlener naar zijn mening over een diagnose of behandelvoorstel. Deze zorgverlener kan bijvoorbeeld een huisarts, bedrijfsarts of medisch specialist zijn, maar het kan ook gaan om een ander type zorgverlener, zoals een tandarts of fysiotherapeut.

Klokkenluider

Er zijn tal van argumenten die pleiten voor een second opinion. Daarvoor kunnen we te rade bij insiders, zoals emeritus hoogleraar in de interventieradiologie Jim Reekers. In 2023 klapte hij uit de school in zijn boek De medische omerta – Over horen, zien en zwijgen in het zorgstelsel. Klokkenluider Reekers was 37 jaar werkzaam in het AMC in Amsterdam en bekleedde diverse bestuursfuncties. Hij schrijft in zijn boek onder meer: ‘De meeste artsen zijn nog steeds solisten die binnen de afgesloten ruimte van de eigen spreekkamer zonder hoor of wederhoor bepalen wat er met de patiënt moet gebeuren.’

In Nederland worden jaarlijks ruim zesduizend baarmoeders onnodig verwijderd

Reekers meldt verder dat meer dan 30% van alle medische handelingen niet is gebaseerd op een deugdelijke wetenschappelijke onderbouwing, dat dokters beslissingen nemen op basis van gemanipuleerde en gestuurde wetenschap waardoor patiënten verkeerde, niet-werkende, veel te dure of soms zelfs gevaarlijke behandelingen krijgen aangeboden. Reekers noemt als voorbeeld dat wetenschappelijk is onderbouwd dat in Nederland jaarlijks ruim zesduizend baarmoeders onnodig worden verwijderd. Embolisatie, een nieuwe behandeling van ernstige bloedingsklachten bij vleesbomen, is een veel eenvoudigere ingreep en stukken goedkoper. Maar dat behandeladvies krijgt de patiënt niet altijd van de gynaecoloog.

Prostaatoperaties

Het proefschrift waarop ziekenhuisapotheker dr. Maike Schepens begin 2024 promoveerde, sluit hierbij aan. Daaruit bleek dat er landelijk grote verschillen zijn in de uitkomsten van prostaatoperaties bij kanker. In het beste ziekenhuis werd bijna 19% van de patiënten na de ingreep incontinent. In het minst presterende ziekenhuis was dat 84%. Schepens deed deze ontdekking door een analyse van anonieme declaratiegegevens van zorgverzekeraars. Kortom: incontinentie is te vermijden als je je laat opereren door een arts die aantoonbaar goeie resultaten behaalt. Maar die informatie is niet toegankelijk voor burgers.

Vorig jaar bleek uit onderzoek onder het zorgpanel van Patiëntenfederatie Nederland dat 95% van de 11.000 deelnemers behoefte heeft aan informatie over de kwaliteit van zorgaanbieders, vooral bij risicovolle of complexe behandelingen. ‘Ziekenhuizen weten van zichzelf op welke behandelingen zij goed en minder goed scoren, maar die data zijn voor patiënten niet of nauwelijks inzichtelijk of überhaupt beschikbaar’, reageerde directeur-bestuurder van Patiëntenfederatie Nederland Arthur Schellekens. Het is volgens hem ‘niet te begrijpen’ dat deze essentiële informatie niet wordt gedeeld met de patiënt. Het goede nieuws: de federatie heeft Schepens in oktober 2024 aangesteld als ‘kwartiermaker’ om de transparantie over kwaliteitsverschillen in de zorg te vergroten.

Verdienmodel

Reekers herinnert er in zijn boek aan dat opereren direct geld oplevert: voor de kliniek én voor de betrokken arts wanneer deze voor eigen rekening werkt. Dit laatste is vooral aan de orde in de zogenaamde niet-academische ofwel perifere ziekenhuizen: de medisch specialist is daar doorgaans niet in loondienst maar maakt er deel uit van een ‘maatschap’, samen met artsen die hetzelfde specialisme beoefenen. In academische ofwel universitaire centra zijn medisch specialisten wel in loondienst, maar dienen ze evengoed ‘omzet’ te genereren om hun baan te behouden. Toch is Reekers ervan overtuigd dat veel overheidsgeld valt te besparen door alle dokters in loondienst te nemen. De ‘productie’ (lees: het aantal operaties) wordt daarmee namelijk losgekoppeld van het persoonlijke inkomen.

Data zijn voor patiënten niet of nauwelijks inzichtelijk of beschikbaar

Reekers draait er niet omheen: ‘De directe relatie tussen inkomen en behandeling is voor de maatschappij enorm kostenverhogend en principieel onethisch. En dat blijft het zolang de informatievoorziening naar de patiënt zich afspeelt binnen de muren van een gesloten spreekkamer waar de machtsverhoudingen per definitie ongelijk zijn. (…) Kort door de bocht: opereren levert geld op, maar voor het advies af te zien van een operatie bestaat geen tarief.’

Afwachten?

Het is een alternatief dat vaak over het hoofd wordt gezien: niet behandelen. Dit betekent dat je het natuurlijk beloop afwacht. Dat is net zo goed een reële optie als een medische ingreep. Artsen zijn opgeleid om in te grijpen, maar het is zinvol om ook altijd uitgebreid aandacht te besteden aan de vraag: wat gebeurt er als we gewoon afwachten? Afwachtend beleid is trouwens iets anders dan ‘niets doen’. De patiënt wordt actief gevolgd en als dat nodig is, wordt aan pijnbestrijding gedaan.

Dat deze mogelijkheid vaak over het hoofd wordt gezien, toonde medisch psycholoog dr. Nelleke Koedoot al begin deze eeuw aan. In 2003 promoveerde zij op een onderzoek naar de informatievoorziening in de spreekkamer van de oncoloog. Het bleek dat patiënten met een ongeneeslijke vorm van kanker lang niet altijd volledig worden ingelicht over de behandelmogelijkheden. De gesprekken in de spreekkamer concentreerden zich in de meeste gevallen op de mogelijkheid van chemotherapie. De meeste artsen vertelden weinig tot niets over de andere mogelijkheid: afwachtend beleid. Ook Koedoot verklaarde dit doodzwijgen uit de grondhouding van de gemiddelde arts. ‘Artsen worden opgevoed met handelen, beter maken, iets doen’, zei ze destijds. Koedoot is inmiddels longarts.

Het is een alternatief dat vaak over het hoofd wordt gezien: niet behandelen

Een second opinion wordt vergoed vanuit de basisverzekering, mits je een verwijzing hebt van een arts. Houd er wel rekening mee dat het valt onder het eigen risico van je zorgpolis. Je behandelend arts kan de verwijsbrief schrijven, maar de huisarts kan dat ook doen. Neem eventueel contact op met je zorgverzekeraar voordat je een second opinion aanvraagt, zodat je weet onder welke voorwaarden de kosten vergoed worden.

Bij het kiezen van een zorgverlener van wie je een tweede mening zou willen horen, is het wel van belang je één ding goed te realiseren: Nederland is klein, en dit geldt ook voor de medische wereld in ons land. De meeste artsen kennen elkaar en dit kan van invloed zijn op het tweede oordeel. Dit kan een argument zijn voor een second opinion buiten de landsgrenzen, bijvoorbeeld in België of Duitsland. Ook dat vergoeden zorgverzekeraars, mits er een verwijsbrief is. Er zijn organisaties die kunnen helpen bij de gang naar het buitenland, zoals MedicoHelp in Rhenen (medicohelp.nl).

Misschien wel de meest tot de verbeelding sprekende second opinion in het buitenland vond plaats in september 1999, toen in Amsterdam dertig mensen in een gehuurde bus stapten voor een bezoek aan de kliniek voor chronische vermoeidheid van de Vrije Universiteit Brussel. Het waren hulpverleners en burgers die ziek waren geworden na de Bijlmerramp van 1992, waarbij een Israëlisch vrachttoestel crashte in een flat in de Amsterdamse Bijlmermeer. Na de busreis kwamen verschillenden van hen onder behandeling van cardioloog en internist prof. dr. Kenny De Meirleir van de Brusselse kliniek.

Complementair advies?

Het gebruikelijkst is een second opinion in het reguliere circuit, waarbij je gezondheidsprobleem in feite vanuit hetzelfde perspectief wordt beoordeeld. Je kunt er echter ook voor kiezen het eens te laten bekijken met een heel andere invalshoek. Misschien heb je reuma en heeft je arts een zware kuur voorgesteld? Het is dan niet ondenkbaar dat bijvoorbeeld een natuurgeneeskundig arts mogelijkheden ziet voor een (ondersteunende) behandeling waarin bijvoorbeeld voedingssupplementen, een dieet en leefregels centraal staan. Via de website van de Artsen Vereniging Integrale Geneeskunde (avig.nl) vind je zo’n arts. De AVIG kent verschillende vakrichtingen: naast natuurgeneeskunde gaat het om acupunctuur, homeopathische geneeskunde en neuraal- en regulatietherapie. De Maatschappij ter Bevordering van de Orthomoleculaire Geneeskunde (mbog.nl) verenigt orthomoleculaire artsen, paramedici en therapeuten.

Reguliere artsen verwijzen soms zelf ook actief patiënten naar een complementaire behandelaar voor een tweede mening. Eén zo’n medicus was Eize Wielinga, voormalig KNO-arts en auteur van het boek Hoe overleef je de dokter? Zijn patiënten gaf hij soms een kaartje mee van een elektro-acupuncturist. Wielinga beschouwde dit als een win-winsituatie voor alle partijen, zo verklaarde hij ooit tijdens een bijeenkomst voor zorgverzekeraars: ‘Iemand anders kijkt eens op een andere manier naar het probleem. En ik ben de patiënt even kwijt.’ Dit laatste bood hem de mogelijkheid nog eens rustig na te denken over wat de beste behandeling zou kunnen zijn voor de persoon in kwestie. Wielinga sprak tijdens diezelfde bijeenkomst zijn verbazing uit over het feit dat niet meer reguliere artsen van deze optie gebruikmaken.

Bij de grootste zeperds in de geneeskunde waren artsen bij aanvang erg enthousiast

Blind varen op de adviezen van je behandelend arts is op zich geen schande. De man of vrouw kent je medische situatie, en heeft als het meezit hierover ook nog overleg gevoerd met collega’s. Toch zijn er situaties waarin je als patiënt gebaat bent bij een kritische houding. Dit geldt vooral wanneer het behandelvoorstel experimenteel van aard is. Dan wordt dóórvragen echt een must, en is een second opinion raadzaam. De medische wetenschap staat niet stil. Bijna dagelijks dient zich een nieuwe methode voor diagnostiek aan, een experimenteel medicijn, een nieuwe behandelvorm of baanbrekende technologie. Maar moet je daar als patiënt klakkeloos in meegaan? Het antwoord is natuurlijk: nee. Laat je in zo’n situatie goed informeren, en weeg vervolgens alles zorgvuldig tegen elkaar af.

Wantrouw enthousiasme

Wanneer een arts een experimentele behandeling oppert, heeft hij op zich niet meer plichten dan wanneer hij een gangbare therapie voorstelt. Dat maakt namelijk geen verschil voor de wettelijke informatieplicht, die is vastgelegd in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Volgens deze wet moet een arts steeds alle informatie geven die een patiënt nodig heeft voor het nemen van een weloverwogen beslissing. Dit betekent dat een arts zijn patiënt vooraf uitvoerig dient te informeren over de aard, het doel, de mogelijke risico’s en effecten van de behandeling. Bij de effecten kan echter een onderscheid worden gemaakt tussen de korte en de lange termijn. En daar wringt hem de schoen: bij een experimentele behandeling zijn de langetermijn-effecten nog niet bekend. Dit betekent dat je bent aangewezen op de expertise van de arts.

Vraag hem of haar daarom gerust de kleren van het lijf. Bereid het gesprek goed voor en schrijf je vragen thuis op. Vraag wat de behandeling precies inhoudt. Vraag ook hoeveel mensen de arts al op deze manier heeft behandeld, en hoe dat is verlopen. Informeer hoe vaak hij of zij deze patiënten heeft gezien na de behandeling. Specialisten verliezen hun patiënten vaak na één of twee controles uit het oog, tenzij de behandeling plaatsvindt in het kader van een onderzoek en de mensen actief worden gevolgd.

Op de meeste vragen zul je een antwoord krijgen, ook omdat artsen vaak enthousiast zijn over een nieuwe behandelmogelijkheid. Maar dit betekent tegelijk dat je extra op je hoede moet zijn. Vergeet niet: ook bij de grootste zeperds in de geneeskunde waren artsen bij aanvang erg enthousiast. Een navrant voorbeeld is het Softenon-drama, waarbij talloze kinderen gehandicapt ter wereld kwamen als gevolg van nieuwe medicatie. Ga daarom altijd na of andere artsen ook zo positief zijn over een nieuwe behandeling. Is er een zekere consensus binnen de medische wereld, of lopen de meningen uiteen? Misschien ben je in staat om zelf wetenschappelijke literatuur te beoordelen, of ken je iemand die dat kan. Een andere mogelijkheid is professionele hulp inroepen, bijvoorbeeld van je huisarts. Of: op zoek gaan naar een second opinion. ●

Over de auteur

Drs. Toine de Graaf is fulltime freelancejournalist, gespecialiseerd in gezondheidszorg, medische onderwerpen en voeding. Hij schreef onder andere het boek ”De kracht van de alternatieven” vanuit zijn interesse voor de alternatieve en complementaire geneeskunde. Je vindt dit boek in onze webshop.

Laat een reactie achter